Je kunt niet een beetje eigenaar zijn

Je kunt niet een beetje eigenaar zijn

Wijkverpleegkundig Meesterschap heeft alles te maken met dialoog, vertrouwen en gelijkwaardigheid, zegt bestuurder Maarten van Rixtel. “Dialoog en vertrouwen, dat klinkt als makkelijke termen uit een zelfhulpboek. Maar om echt als zorgprofessional en organisatie, als wijkverpleegkundige en bestuurder samen een nieuwe werkelijkheid te maken: dat gebeurt niet van de ene dag op de andere.” 

“Wijkverpleegkundig Meesterschap begint voor mij dan ook bij zorgprofessionals die hun vak én zichzelf heel serieus nemen. Het begint bij die principiële houding: “Ik neem de uitoefening van mijn vak zó serieus, dat ik me niet door een organisatie aan de kant laat zetten.” Het begint bij wijkverpleegkundigen die zich niet neerleggen bij een afwachtende houding, bij emoties als ‘ik word niet serieus genomen’ of ‘de organisatie staat hier niet voor open’. Wijkverpleegkundig Meesterschap brengt als model radicaliteit met zich mee: je kunt niet een beetje eigenaar worden.

Dat eigenaarschap verwerf je als beroepsgroep ook niet van de ene op de andere dag. Maar je kunt er wel vandaag mee beginnen, want eigenaarschap begint met een nieuwe houding. De afgelopen dertig jaar is de rol van de wijkverpleegkundige regelmatig gemarginaliseerd. Ik zou zeggen: schud die erfenis van je af, en ga weer écht met de inhoud van je vak aan de slag. Want als je dat laat zien, dan heeft de bestuurder ook een anker om een radicale beweging te maken.

VERTROUWEN GEVEN

Wijkverpleegkundigen kunnen zich dat Meesterschap alleen eigen maken als er vertrouwen is. Dat vertrouwen moet je als bestuurder durven geven. En die durf ontstaat niet vanzelf. Bestuurders hebben ook iets nodig om los te kunnen laten: een anker van deskundigheid en eigenaarschap bij de beroepsgroep.

Vertrouwen is iets dat wederzijds moet groeien. Zowel bestuurders als zorgprofessionals hebben voeding nodig om dat vertrouwen tot bloei te laten komen. Voor bestuurders is daarbij de rol van de Raad van Toezicht onmisbaar: staan zij echt uit overtuiging achter deze beweging? En zijn we als leden ook capabel om de kanteling te faciliteren?
Bij Sensire waren het zowel de Raad van Toezicht als de cliëntenraad die mij als bestuurder het vertrouwen gaven om los te laten.

HET MOET ANDERS

Dat loslaten is een proces van vallen en opstaan. In 2015 maakten we een principiële fout: er moest bezuinigd worden, en dat deden we door van bovenaf in te grijpen in de werkelijkheid van de zorg.
Dat beschadigde het opgebouwde vertrouwen enorm. Tegelijk hebben we daaruit ook geleerd dat het anders moet, en dat het anders kan: dat management zich echt moet afleren om in te grijpen zonder dialoog. En dat zorgprofessionals ook echt het heft in eigen hand moeten nemen. Vanuit die reality check is uiteindelijk het Professioneel Statuut voor de Wijkverpleging ontstaan.

KLANTREIS EN KLANTGELUK

De weg die Sensire in de afgelopen tien jaar heeft afgelegd was natuurlijk niet op voorhand helder: we wisten niet waar we zouden uitkomen. Jaar na jaar doe je nieuwe ontdekkingen. De klantreis liet ons zien dat niet alleen onze klant behoefte heeft aan regie op de dagelijkse werkelijkheid, de waardering als individu en vrijheid in het maken van de eigen levenskeuzes: diezelfde principes gelden ook voor onze zorgprofessionals.

Er is een constante parallel in het denken over de relatie tussen klant en zorgprofessional en de relatie tussen zorgprofessional en organisatie. Het een is niet los te zien van het ander. Als we spreken over het geluk van de klant, gaat het  ook over medewerkergeluk.

Medewerkers hebben het nodig om hun eigen werk te kunnen organiseren en daarover regie te hebben. Ze willen gewaardeerd worden in hun individualiteit en hun professionaliteit. En ze groeien in Meesterschap als daarvoor de vrijheid ontstaat: vrij om je eigen visie te ontwikkelen op je vak en de wijze van zorgverlening binnen het eigen domein. Met de vrijheid en verantwoordelijkheid die daarbij hoort.

Vanuit inzichten als deze heeft Sensire in de afgelopen jaren gewerkt aan een steeds verdere concretisering van de visie in de organisatie. Daar zijn we nog lang niet klaar mee, want het is een motiverende reis. Het is prachtig om te zien dat we in die zoektocht iets terugvinden dat de sector in de afgelopen jaren heeft verwaarloosd, maar wat nog steeds bestaat: het Meesterschap van de Wijkverpleegkundige.”

Foto Maarten  van Rixtel
Maarten van Rixtel Raad van Bestuur