Blijven volhouden, om bewoners, klanten maar ook onze naasten te beschermen. Dat drukt Marian Sweere, senior teamverpleegkundige Den Ooiman PG1 alle collega’s en in het bijzonder de jongere collega’s graag op het hart. “Ik ben het ook helemaal zat, maar ik wil gewoon zelf niet de bron van besmetting zijn.”
“Deze pandemie is op zijn zachtst gezegd heel vervelend”, zegt Marian. “Het is verschrikkelijk en niet leuk. Maar je weet, zoals alle epidemieën in het verleden, het gaat een keer voorbij. We zijn al zo ver gekomen, maar samen moeten we er nog steeds voor blijven zorgen dat deze pandemie zo kort mogelijk gaat duren. Voor iedereen om je heen.”
Marian was het helemaal zat. “Ik zei tegen de gastvrouwen toen ik in de sluis van Den Ooiman stond ‘Het lijkt hier wel een kroeg, zo erg ruikt het hier naar alcohol.’ Maar ik weet, het blijft nodig. En toen ik voor de zoveelste keer mijn handen weer kapot stond te boenen - weer extra tussen die vingers en onder de nagels - moest ik mezelf echt toespreken. Ik moest letterlijk tegen mezelf zeggen: ‘Marian, volhouden nu. Het is belangrijk en het virus is nog niet weg. Je hebt vier maanden je handen goed gewassen, houd het nou nog even vol want de situatie is nu niet anders dan vier maanden geleden en het is het minste wat je kunt doen.’ Hetzelfde geldt voor het afstand houden. En zo herhaal ik voor mezelf elke keer weer dit mantra om me goed te blijven gedragen.”
Marian heeft een heleboel redenen om zelf gezond te blijven. “Ik wil gewoon zelf niet de bron van besmetting zijn. Ik denk extra aan hygiëne en blijf de 1,5 meter afstand volhouden, omdat ik gezond wil blijven. Niet alleen voor mijzelf, ook voor mijn collega’s en natuurlijk de bewoners. Maar ook voor mijn gezin, mijn vrienden en familie en in het bijzonder mijn schoonmoeder die in haar laatste levensfase in een hospice toch een knuffel nodig heeft. Ook kan ik andere redenen bedenken. Ik hoor de verhalen van collega’s (ik ben in juni van een andere zorgorganisatie overgestapt naar Sensire) van hoe het een paar maanden geleden is geweest. Dat willen we toch niet nog een keer? En ook het dragen van beschermende middelen, hoe noodzakelijk dat ook is, dat willen we toch ook liever niet meer? Zeker niet met deze hitte! Laten we samen gezond blijven en zorgen dat dat ook niet nodig blijkt in de toekomst.”
“We zijn een land waarin we erg gesteld zijn op onze vrijheid. Zeker als iemand je in je vrijheid beperkt, worden wij Nederlanders een beetje opstandig”, zegt Marian. “Het virus is grillig en laat zich voorlopig niet temmen. Daarom wordt onze vrijheid ingedamd, zeker als we ons niet aan de regels houden. Ik moest zelf laatst 26 uur in quarantaine omdat mijn man werd getest. Dat was maar 26 uur, maar dit voelde heel anders dan de andere weken waarin ik thuis ben gebleven, omdat dít werd opgelegd. Het is geen pretje, maar je weet waar je het voor doet. Laten we niet verspillen wat we bereikt hebben. En terwijl we dat doen proberen te blijven genieten van de vrijheden die we wél hebben. Het klinkt misschien truttig, maar ik kan ontzettend genieten van de tuin, een barbecue met z’n tweeën in onze tuin en de contacten die ik nog wel heb, via whatsapp, skype of telefoon. Dat gaat wel een beetje anders, maar zijn net zo waardevol.”
Marian wil ook jongeren in het bijzonder, zoals jongere collega’s, op het hart drukken om de maatregelen vol te houden. “Ik zie het bij mijn kinderen, uitwonende twintigers. Zij vinden het lastig om afstand te houden, de risico’s in te schatten bij het afspreken met anderen of om afstand te houden wanneer zij wel met anderen afspreken. Zij hebben er meer moeite mee dan ik. Ik wil jongeren zeker niet bemoederen, maar ik sta denk ik, omdat ik 30 jaar ouder ben, anders in het leven. Ik heb misschien meer leed meegemaakt en gezien hoe collega’s en mijn lievelingsoom werden gevloerd door het virus. Jongeren willen kunnen hardlopen, naar de sportschool, afspreken met vrienden en dansen tijdens het uitgaan. Dat begrijp ik helemaal. Maar als je corona oploopt en tot de 40% behoort die langdurig klachten houden, is dat allemaal niet meer vanzelfsprekend. Gezondheid is niet vanzelfsprekend. Ik ga daarom in deze periode heel vaak naar bed met een gevoel van dankbaarheid omdat iedereen nog gezond is en haal het geluk uit de kleine dingen hoe cliché dat ook klinkt. Jongeren kijken daar misschien anders tegenaan. Laatst zei ik bijvoorbeeld ‘Het zonnetje schijnt’, waarop mijn dochter met rollende ogen antwoordde: ‘Ja mam, het zonnetje schijnt…’ Het blijven volhouden van de maatregelen is lastig maar ik hoop dat zij ook inzien meer redenen te hebben om gezond te blijven. En de zon te zien opkomen.”