‘Mijn hart ligt in de wijk’, begint Anne. ‘Ik vind het iedere keer weer bijzonder dat ik bij klanten thuis mag komen. Ieder huisje heeft zo zijn eigen geuren en kleuren en iedere klant zijn eigen gewoontes, ik probeer mij zo goed mogelijk aan te passen, want de klant is voor mij bepalend.’
Anders leren kijken naar de zorg, dat is voor Anne een belangrijke reden geweest om de opleiding tot verpleegkundige niveau 4 te gaan volgen. ‘Iedereen weet inmiddels dat er verwacht wordt dat mensen langer thuis blijven wonen. Dat vraagt niet alleen om méér zorg, maar ook een andere kijk op zorg. Als ik bij een klant kom, dan probeer ik altijd te achterhalen wat de klant écht belangrijk vindt en wat hem, zowel positief als negatief, bezighoudt. Door actief op de antwoorden te reageren en ook wat over mijzelf te vertellen merk ik dat er écht een gesprek ontstaat. Communicatie is immers twee kanten op en vraagt van beide partijen luisteren en tijd nemen voor de ander. Deze gesprekken en mijn aanpak dragen bij aan het winnen van vertrouwen. Deze gesprekken zijn voor mij ook belangrijk om te kunnen handelen naar wat de klant belangrijk vindt’, vertelt Anne over het opbouwen van een band met haar klant.
‘Het vertrouwen is een belangrijke basis die ik nodig heb om door te kunnen vragen, zodat ik uiteindelijk een vicieuze cirkel kan proberen te doorbreken. Als ik bij een klant kom probeer ik er altijd een gezellig moment van te maken en op die manier bijvoorbeeld negatieve gevoelens weg te nemen. In overleg met collega verpleegkundigen of de wijkverpleegkundige kan er eventueel andere zorg ingezet worden als ik merk dat dit bijvoorbeeld vanuit preventief oogpunt voor de lange termijn goed is om te doen. De samenwerking met collega’s is sowieso erg fijn. Bij vragen kan ik altijd bij ze terecht en ze staan ook open voor mijn mening. Hierdoor leer ik iedere dag weer bij.’
De opleiding verpleegkundige geeft nieuwe energie. Soms is het voor Anne wel een uitdaging om een goede balans te vinden en te bewaken tussen werk, school en privé. ‘Ik moet soms wat dingen aan de kant zetten, maar ik weet waar ik het voor doe én dat het maar tijdelijk is. Als ik eenmaal mijn papiertje binnen heb, dan heb ik weer meer tijd voor andere dingen, dat hou ik mij steeds voor.’